LOCK BEWEGT // LOCK MOVES

LOCK BEWEGT // LOCK MOVES 4 VENTILATIESOORTEN HOOFDSTUK 01 – TOEPASSINGEN 2024 | 11 Bij cabriosystemen kan het dak nagenoeg helemaal worden geopend om zo een maximale ventilatie te creëren. Door de grote keuzemogelijkheid op het gebied van aandrijvingen en heugelaandrijvingen is het mogelijk om voor elke cabriouitvoering een oplossing te bieden. Het mechanische systeem kan als rijensysteem (type A + c) of als drijfstangsysteem (type B) worden uitgevoerd. Hieronder staan van de meest gangbare uitvoeringen van de cabrioventilatie (type A – c) de betreffende kenmerken: Voorbeeld cabrioventilatie met type A type B type c cabrioventilatie – type A als rijensysteem > De aandrijving vindt plaats via een centrale, onder de nok liggende ventilatie-as. > Beide kanten van het dak worden door een aandrijving gelijktijdig in beweging gezet. > Als aandrijving worden EWA met 1–9 rpm gebruikt. > In combinatie met heugelaandrijvingen van de serie ZSG, AZD evenals EZD worden optimale sluit-snelheden bereikt. cabrioventilatie – type B als drijfstangsysteem > De aandrijving vindt plaats via een op de tralieligger liggend drijfstangsysteem (zie afb. pag. 18). > Elke kant van het dak wordt steeds door een aandrijving in beweging gezet. > Als aandrijving worden snelle EWA, onze beproefde SpeedLogic of TurboLogic toegepast. > In combinatie met heugelaandrijvingen van de serie LZG / UBL worden optimale sluit-snelheden bereikt. cabrioventilatie – type c als rijensysteem > De doorlopende ventilatiekleppen zijn aangebracht zoals bij de breedkapkassen. > Als aandrijving worden EWA met 1–9 rpm gebruikt. In combinatie met onze heugelaandrijvingen van de serie ZSG, AZD evenals EZD creëert men zo een optimaal ventilatiesysteem. > Met onze haakse overbrengingen kunnen ook meerdere ventilatiekleppen tot één systeem worden samengevoegd. type A Ventilatiesoorten voor cabriosystemen

RkJQdWJsaXNoZXIy NTQ3ODU=